'Woelig Water'

een nieuwe dag bij 'Maasmond Shipping & Chartering' – Charlotte heeft een probleem – Jeremy regelt een vrouw.

Lilian deed haar ogen niet open. "Gahjeweg?"

Jeremy Mortiers zat op het bed zijn sokken aan te trekken. "Ja. Ik ben zojuist gebeld en de 'Thalassini Avra' is een uur geleden binnengekomen. Blijf jij maar lekker liggen."

"Was ik ook wel van plan." Ze hoorde de slaapkamerdeur zachtjes dichtgaan en duwde haar neus in het kussen. Als Jeremy die boot ging inklaren betekende dat dus wel dat zij er straks uit zou moeten om Jessie naar school te helpen. Met een schuin oog keek ze op de wekker. Nog een uurtje…

 

Om zes uur kwam Fanny Hautling haar man tegen in de gang. "Hey, ben jij al op?"

"Ja." Herbert Hautling wendde zich af en liep naar de woonkamer.

Fanny voelde haar nekharen prikken en haastig volgde ze hem. "Heb je al ontbeten?"

"Nee, ik ga niet ontbijten. Ik heb al geen trek meer."

Zwijgend bleef ze in de deuropening staan en wrong nerveus haar handen.

"Ik was net in de badkamer, Fanny. Weet je wat ik daar zag?"

"Nee?" Ze week terug. "Niet doen, Herbert."

Hij greep haar nekhaar en trok haar mee naar de badkamer. Struikelend viel ze naar binnen.

"Dit!" Hij duwde haar gezicht tegen de spiegel. "Zie je dat?"

"Tan… tandpasta?"

Hij gaf haar een extra duw zodat ze pijnlijk hard met haar onderbuik tegen de wasbak stootte. Ze kreunde en keek schuw naar de gang waar hun dochtertje Deborah dadelijk zou verschijnen. "Ik zal het dadelijk schoonmaken, Herbert."

"Dadelijk?" Hij wervelde rond. "Dádelijk! Het had allang schoon moeten zijn! Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat ik wil dat de badkamer schoon is? Jij verdomde slons! Is het dan zo moeilijk om eens één keertje te doen wat ik je vraag? Kijk eens wat een vuile bende het hier is!"

De badkamer was blinkend schoon, maar Fanny knikte gedwee. "Het spijt me, Herbert. Ik heb…"

"Het kan me niet schelen wat jij hebt. Ik wil… dat het hier… schoon is!" Hij schudde haar ruw heen en weer en duwde haar van zich af. "Ik zal jou eens een lesje leren!" Uit het kastje haalde hij een fles schuurmiddel en spoot het lukraak tegen de muren en de spiegel. "Daar!" riep hij. "Daar heb je een vuile badkamer! Nu zie jij zelfs dat je hier eens iets moet doen. En hier… hier ligt verdomme vuile was!"

Machteloos moest Fanny toekijken hoe hij de wasmand omver schopte en de fles schuurmiddel over de was leegde.

"Zo." De lege fles knalde tegen haar schouder. "Vanavond," beloofde hij, "als ik thuiskom is alles schoon. En als ik zeg schoon, dan bedoel ik ook schoon."

Ze knikte zwijgend en deed een stap opzij toen hij de badkamer verliet. Toen de voordeur in het slot knalde kromp ze ineen en pas toen Deborah voorzichtig om het hoekje gluurde kwam ze tot zichzelf. "Kom," zei ze snel, "we gaan jou eens lekker wassen in de keuken. Daar is het water veel lekkerder warm."

 

Roger Hanssen was al om negen uur in het kantoor. "'Thalassini Avra' al binnen?"

"Berthed om nulzeven uur veertig," was het onmiddellijke antwoord van Herbert. "Jeremy is al aan boord."

"Mooi. Heb je hem al aan de reder geseind?"

"Nee," zei Herbert Hautling, "want ik heb nog geen verdere gegevens." Herbert was één van de twee waterklerken bij ‘Maasmond Shipping&Chartering en Jeremy had hem al een Sms'je gestuurd. "Hij zal tegen tien uur hier zijn, schat ik. Dan is het nog vroeg genoeg om de 'Thalassini Avra' te seinen. In Griekenland zijn ze toch nog niet wakker."

Hanssen knikte gelaten. "Dat zal dan wel. Heeft Jeremy al gebeld?"

"Nee, meneer. Hij zal het te druk hebben."

"Hrmpf." Zonder klinkers maakte de zeventigjarige scheepsagent duidelijk hoe hij dacht over 'waterklerken die het druk hebben' en met een misprijzend hoofdschudden nam hij zijn schema. Met een liniaal trok hij een streep door 'Thalassini Avra' en schreef de naam van het schip in de andere kolom, die van de 'Berthed schepen'; schepen die in de haven lagen. "José!"

"Goeiemorgen, meneer Hanssen." José Bruyker was net binnengekomen en ze schudde haar lange blonde haren. In haar hand hield ze een helm en ze trok de rits van haar leren motorpak open. "Ik ga me even verkleden en dan ben ik direct bij u."

"Kopiëren. Voor iedereen één exemplaar. Dit is het nieuwe schema."

Herbert, die de nieuwe situatie al met één muisklik op zijn computer had aangepast, glimlachte meelevend. Bij iedere verandering in de situatie maakte Hanssen een nieuw schema en steevast werd dat gekopieerd voor alle medewerkers. Meneer Hanssen leefde nog in de overtuiging dat met pen en liniaal elk administratief probleem bestreden kon worden. Soms was het handig om de computergegevens te vergelijken me de gegevens van Hanssen maar meestal belandde het papiertje onmiddellijk in de papierversnipperaar. Als José het al kopieerde 'voor iedereen'.

"Goeiemorgen, José."

José keek hem aan. "Ja," zei ze na een paar tellen. "Dat zal wel lukken, denk ik. Als jij uit mijn buurt blijft."

Herbert grinnikte en wees: "Ben je op de motor?"

José keek naar de helm in haar handen en deed de rits van haar jack iets dicht. "Wat denk je, Hautling?"

"Je hoeft niet gelijk zo te doen, Bruyker. Ik ben alleen maar vriendelijk tegen je."

José bleef even staan. "Mwâh," deed ze, "doe maar niet." Fluitend liep ze naar de toiletten en begon de leren motorkleding van haar lichaam te stropen.

Een nieuwe dag was begonnen.

 

Om half tien kwam Jeremy Mortiers terug van de 'Thalassini Avra' en hij gooide de map op zijn bureau. "De groeten van kapitein Kalopteidos, meneer Hanssen. Is meneer Biezal er niet?"

"Die moest met zijn dochter naar de dokter. Wat had Kalopteidos te vertellen?"

Jeremy knipperde met zijn ogen. "Dat u de groeten moest hebben. Mrs. Kalopteidos komt overmorgen."

"Dat zal Biezal leuk vinden," zei Hanssen. "Zijn vrouw en Mrs. Kalopteidos zijn vriendinnen."

"Ja," zei Jeremy, "daarom vroeg ik ook of hij er nog niet was. Kalopteidos nodigt hem uit om donderdag te komen eten aan boord."

"Gezellig," meende Hanssen. "Ik zal het doorgeven. Sein nu eerst de gegevens van de 'Thalassini Avra' door naar de reder. Ze zitten erop te wachten."

 

Rob Biezal trommelde ongerust met z'n dikke vingers op z'n knieën. Een allergische reactie was één ding, maar moest de dokter daarvoor met Charlotte alléén praten? Als een klein kind was hij naar buiten gestuurd en mocht in de wachtkamer op haar wachten. Wat zaten die twee daar te smoezen?

Hij maakte zich zorgen. Toen Charlotte die nacht last kreeg van kortademigheid en rode vlekken op haar borst had hij zich al zorgen gemaakt en hij was de eerste om aan te bieden met haar naar de dokter te gaan. Liever dat hij met haar ging dan zijn vrouw. De laatste tijd maakte hij zich toch al zorgen als Charlotte alleen met haar was.

Binnen sloeg Charlotte zedig haar benen over elkaar.

"Hoe voel je je de laatste tijd, Charlotte?" vroeg Isabelle Vuurbergen. Ze kende het meisje goed, ze was al jarenlang de dokter van de familie Biezal. "Hoe gaat het op school?"

"Goed."

"En het basketballen?"

"Ook goed. Ik heb een blessure gehad, maar nu train ik weer volop."

"Dat is fijn om te horen." Isabelle tikte met de ballpoint tegen haar tanden. "Zit je ergens mee, Charlotte?"

"Nee, hoor." De blauwe ogen keken haar openhartig aan. Het meisje glimlachte. "Denkt u dat het stress is?"

"Misschien. Denk jij dat het stress is?"

Charlotte haalde haar schouders op. "Volgende week beginnen de examens, dus het zou kunnen."

"Dus het zou kunnen," herhaalde Isabelle. "Ik heb je onderzocht en ik heb eigenlijk niks bijzonders kunnen vinden. Dat is vreemd want die rode vlekken zitten er nu eenmaal. Er is een lichte ruis in je longen, maar je zegt zelf dat het allang niet meer zo erg is dan vannacht. Ik vraag me af of er een psychische oorzaak is."

"Ik zou het niet weten," zei Charlotte onschuldig. "Ik heb goeie cijfers op school dus daar kan het niet aan liggen."

Isabelle knikte. "En je menstruatie? Is die regelmatig?"

"Wat heeft mijn menstruatie er nou weer mee te maken?"

"Door stress zou je menstruatie wat kunnen uitblijven. Je zou ook minder kunnen menstrueren. De hormonale huishouding is heel kwetsbaar, wist je dat? Er hoeft maar dít te gebeuren en de boel is om zeep. Dan ben je zomaar een week over tijd."

"Dus het kan ook door stress komen?" Het meisje keek de dokter gespannen aan.

"Dat kan," zei Isabelle achteloos, "maar het kan ook zijn dat je zwanger bent. Zou dát kunnen, Charlotte?"

"Nee," zei Charlotte onmiddellijk. "Dat kan niet."

"Omdat je het nog nooit gedaan hebt. Je weet toch dat je niet eh…" Ze stak haar beide middel- en wijsvingers omhoog. "Niet eh… hét gedaan hoeft te hebben? Ook door ander contact kun je zwanger raken."

"Weet ik toch." Onwillig blikte Charlotte weg. "Maar het kan niet."

"Dan vind je het vast niet erg als we dat even onderzoeken. Alleen om het uit te sluiten."

"Nee!" Charlotte schoot overeind. "Nee, dat wil ik niet. Ik ben niet zwanger, je hoort me toch!"

"Oké," zei Isabelle ijzig, "dan onderzoeken we het nu nog niet. Dan mag je je vader naar binnen roepen en in de wachtkamer wachten. Ik wil even met je vader praten."

 

De aankomst van de 'Thalassini Avra' bracht voor Jeremy een behoorlijke hoeveelheid werk mee. De kapitein van het zeeschip wilde vers water, het schip moest brandstof innemen, nieuwe voorraden moesten worden geleverd en tussendoor moest de lossing vlekkeloos verlopen. Ieder uur dat de 'Thalassini Avra' aan de kade lag kostte geld en het lossen van de 324.000 ton graan moest zo snel mogelijk gebeuren. En dan moest er nog een speciale bestelling geregeld worden.

Jeremy belde daarvoor op het toilet met zijn eigen telefoon: "Hey Dominique, ik heb vanavond weer eentje voor je."

"Geen schipper van een Engelse coaster," smeekte de prostituee. "Dat doe ik niet meer."

"Nee," zei Jeremy haastig. "Een keurige man. De kapitein van de 'Thalassini Avra'."

"Is hij schoon?"

"Zo schoon als de oren van mijn vrouw."

"Jakkes," deed Dominique. Ze grinnikte. "Wat levert het op?"

"Het gewone tarief. En wat levert het voor mij op?"

"Je hebt een beurt tegoed."

"Dominique!"

"Oké," gaf ze toe. "Je krijgt je geld heus wel. Het gewone tarief."

"Dat klinkt beter. Je bent een schatje, Dominique."

"Ja, ja," deed ze narrig, "I love you and I piss you lekker nat. Kom je me halen?"

"Tuurlijk."

"Da's goed. Misschien kan ik je overhalen om je geld in natura aan te nemen."

"Weinig kans, Dominique. Ik ben getrouwd, weet je nog?"

"Ja, ik weet het nog. Maar je bent ook een lekker ding."

Jeremy grinnikte en hing op. Hij trok door en waste zijn handen. Vanavond zou hij Dominique aan boord afzetten en een paar uur later zou hij zijn commissie verdiend hebben.

Hij belde naar Lilian. "Hoe gaat het?"

"Goed. Jessie is naar school en ik ga straks werken. Hoe gaat het met jou?"

"Goed. De kapitein van de 'Thalassini Avra' vraagt of wij morgenavond aan boord dineren."

"De 'Thalassini Avra' is een boot?"

"Nee, de 'Thalassini Avra' is een schip en ze is vannacht aangekomen. Ik ken de kapitein goed en hij vraagt of ik en mijn vrouw zijn gasten willen zijn. Ik vind dat we het moeten aannemen. Dit is een hele eer, Lilian."

"Ik ga niet aan boord van een schip eten," zei Lilian gedecideerd. "Wie weet wat ze ons daar voorzetten."

"De keuken aan boord is beter dan welk Grieks restaurant dan ook," wierp Jeremy tegen. "Je zult het naar je zin hebben."

"Ik zal me dood vervelen," zei Lilian kortaf. "En wat doen we met Jessie?"

"Je moeder kan op ze passen."

"Ja," deed Lilian sarcastisch, "mijn moeder zal op Jessie passen terwijl ik me dood verveel en kakkerlakken zit te eten. Ik heb wel wat beters te doen, Jeremy. Ga maar alleen. Zeg maar dat ik hoofdpijn heb."

"Zoals gewoonlijk." Jeremy wist zeker dat hij toch liever zonder haar zou gaan. "Ik bedoel, het zou heel goed zijn voor mijn carrière bij Maasmond."

"Ik zie niet hoe een etentje aan boord van een smerige boot goed zou zijn voor jouw carrière," zei Lilian koud. "Ga maar zonder mij."

"Zoals je wilt." Hij hing op. Hij ging liever zonder Lilian. Zonder haar zou hij kunnen drinken wat hij wilde en hij zou zich met een taxi naar huis laten brengen. Het geld van Dominique zou misschien net genoeg zijn.

 

Charlotte Biezal zocht zich een weg langs overvolle vuilnisbakken en strompelde naar deur. Ze kokhalsde toen ze op de bel drukte en nog voor het luikje openging had ze haar lunch over haar glimmende schoenen gebraakt

"Wat moet je?"

"Hall…hallo. Is Petey er?"

"Wie?" Het klonk bepaald vijandig en Charlotte had allang spijt dat ze was gegaan.

"Petey. Hij is een vriend van mij. Ik ben… Lotte."

Het luikje ging dicht en een grendel werd opzij geschoven. "Dus jij bent Lotte." De jongen droeg alleen een spijkerbroek. Op zijn magere borstkas prijkte een tatoeage van een doodshoofd en half bedekt door het vettige haar slingerde een tatoeage van een slang zich langs zijn hals naar beneden. Hij monsterde haar van top tot teen en draaide zich achteloos om. "Petey is binnen."

Charlotte volgde hem naar de woonkamer. Het rook er vaag naar uien en naar hond. Een enorme Rottweiler vrat aan een pizzadoos en besteedde geen aandacht aan haar.

"Verdomme, kuthond!" De jongen schopte in de richting van het dier, dat jankend achter de bank vloog. Hij zette de pizzadoos terug op de salontafel en graaide naar een verfrommeld pakje tabak. "Petey ligt te slapen. Wat moet je van hem?"

"Ik moet met hem spreken."

"Petey kan niet praten." Hij keek haar onderzoekend aan. "Toen hij nog wel kon praten heeft hij me wel gezegd dat ik je niks mag geven, als je dat maar weet."

"Ik kan zelf wel uitmaken wat ik wel en niet wil."

"Ben je daarvoor gekomen?"

"Nee, ik moet Petey dringend spreken. Ik wacht wel."

Hij haalde zijn schouders op. "Dan kun je lang wachten. Als je spul wilt kun je het van mij ook krijgen. Ik zeg het maar…"

"Hoeveel?"

"Vijftien Euro."

Ze gaf hem een briefje van twintig Euro. "Wat is het?"

"Iets lekkers. Ik zal een cocktailtje voor je mixen. Dat slikt wat gemakkelijker weg. Wat lust je graag?" riep hij vanuit het keukentje.

"Cola." De Rottweiler kwam tevoorschijn en keek naar de pizzadoos.

"Natuurlijk lust je cola. Ik bedoel wat je er in wilt hebben. Gin? Pisang? Vraag me af waarom we die vuiligheid in huis hebben." Hij kwam terug in de woonkamer. "Als je het lef hebt om nog één keer naar onze pizza te kijken dan draai ik je strot er tussenuit," dreigde hij en de hond verdween weer achter de bank. "Dat is beter. Waarvoor moet jij Petey eigenlijk zo dringend spreken? Jij lijkt me niet het soort meisje dat met figuren als Petey praat."

Charlotte slikte de pillen door met de walgelijke mix van cola met Pisang. "Ik heb niet alleen met hem gepraat."

"Ben jij zijn liefje? Petey zei al zoiets."

"Is dat zo? Heeft hij iets over mij gezegd?"

De jongen haalde zijn schouders op. "Ik ken jouw naam. Petey zei dat je een lekker ding was. Hij heeft niet gezegd dat je een rijkeluis was. Wat moet je met iemand als Petey?"

Charlotte sloeg haar ogen neer. "Ik weet niet meer wat ik moet. Ik ben zwanger van hem."

 

Roger Hanssen keek nauwelijks op toen Rob Biezal het kantoor binnenkwam. "Hoe was het?"

"Een allergische reactie en stress," zei Biezal enkel. "Gaat wel weer over."

"Oh. De 'Thalassini Avra' is binnengekomen. Geen bijzonderheden."

"Wie is de kapitein?" Biezal bestudeerde het schema van Hanssen. "Kalopteidos?"

Hanssen knikte. "Zijn vrouw komt ook aan boord." Hij legde zijn pen neer. "Hij vraagt of je donderdag aan boord komt om te dineren met hem en zijn vrouw."

"Gezellig." Biezal grinnikte en keek zijn vriend aan. "Je bent pissig omdat jij niet uitgenodigd bent."

"Ik heb wel wat beters te doen dan aan boord van onze schepen te gaan," zei Hanssen korzelig. "Bovendien zijn het jouw vrienden. Je weet dat ik meer contact heb met de schepen van Papadakis."

"Precies. 'New Sun' is meer mijn terrein. Bovendien heb ik met Kalopteidos een paar zakelijke dingen te regelen."

"Over je perziken?"

Biezal knikte. "Dat is een wereldhandel, Rogier."

"Het klopt niet."

"Waarom niet? Ik klaar alles netjes uit en in. Er is niets illegaals aan maar het levert me wel een aardig zakcentje op."

"Je weet dat wij dergelijke handeltjes hebben verboden aan onze waterklerken?"

"Weet ik," zei Biezal met een lachje, "maar ik ben geen waterklerk."

 

Toen Jeremy ’s avonds de prostituee naar het schip bracht kwam er ineens een roekeloze gedachte bij hem op: "Heb jij een collega die morgenavond niets te doen heeft?"

"Die zijn er maar genoeg," zei Dominique. "Waarom?"

"Ze mag met mij uit eten gaan. In plaats van mijn commissie. Alleen eten," voegde hij er snel aan toe.

Ze knikte langzaam. "Ik zou liever zelf met jou gaan."

"Sorry," zei hij, "maar het moet iemand anders zijn. Ze moet met mij aan boord van de 'Thalassini Avra' eten en ze moet Lilian heten."

Dominique proefde de naam op haar tong. "Lilian," zei ze.

"En ze moet mijn vrouw zijn."

"Jouw vrouw?" Dominique giechelde even. "Dat gaat je extra kosten, jongeman. Wie wil er nu jouw vrouw zijn?" Ze stootte hem aan. "Doe niet zo narrig, jochie. Ik maak maar een grapje."

"Ik niet." Hij keek strak voor zich uit, naar de natte straten van de Europoort. "Ze moet blond zijn, maar niet een echte prostituee. Ik bedoel, de kapitein van de 'Thalassini Avra' moet geloven dat ze echt mijn vrouw is."

"Jouw eigen vrouw wil niet mee," begreep Dominique, "en je hebt een vrouw nodig." Ze kauwde peinzend op haar onderlip. "Ik weet wel iemand die dat kan. Een mooi meisje en eentje met brains."

"Kun je dat regelen?"

"Brains kun je niet regelen," zei Dominique, "maar zij heeft ze van zichzelf. Pik haar morgenavond om acht uur op in het Hilton."

"Ik zal je eeuwig dankbaar zijn, Dominique."

"Ja, ja," deed ze. "I love you and I piss you lekker nat. Zorg alleen dat je er wel bent om acht uur."

"Reken er maar op. Hoe heet ze?"

Dominique keek hem even aan. "Ze heet Lilian. Dat wilde je toch?"

 

De nieuwe Lilian was jong. Ze had lang blond haar en een lichaam om 's nachts nog lang van te dromen. Ze was verlegen en voor de gelegenheid was ze behoorlijk gekleed.

En ze was ook nog een prostituee, dat mocht hij niet vergeten. Hij stelde zich voor, maar ze gaf hem een kus op de wang.

"Jij bent Jeremy. Wij zijn zes jaar getrouwd en jij bent dertig jaar. Je bent een waterklerk en je houdt van oldtimers. Wij hebben één dochter: Jessie is vijf."

"Dominique heeft je op de hoogte gebracht," zei Jeremy waarderend.

De Lilian knikte. "Ik weet genoeg van je om vanavond je vrouw te zijn." Ze giechelde even. "Ook al gaan we niet met elkaar naar bed."

"Laat dat duidelijk zijn," zei Jeremy kort. "Hoe heet je in werkelijkheid?"

"Dat doet er niet toe. Ik ben Lilian. Ik ben jouw vrouw en ik hou van jou. Hoewel de echte Lilian niet van jou houdt."

"Hoe weet jij dat? Heeft Dominique je dat verteld?"

"Nee," zei ze eenvoudig, "maar anders zou ik hier niet zijn."

 

Ze reden naar het schip en Jeremy bracht haar van de laatste details op de hoogte. "Ik hoop," zei hij, "dat je het redt. Je helpt me heel erg en als je het goed doet…" Hij aarzelde. "Er zit nog een extraatje aan vast als je het goed doet."

"Ik mag van Dominique niks aannemen," zei ze. "Dit is een vriendendienst." Ze stak haar arm door die van hem. "Kom, laten we aan boord gaan. Het is koud hier op de kade."

Kapitein Kalopteidos was bijzonder gecharmeerd van Lilian. Hij nam Jeremy terzijde. "Ik wist niet dat je zo'n mooie vrouw had," zei hij in gebroken Engels. "Ze is een plaatje."

"Dank u," zei Jeremy bescheiden, "maar dat moet u niet tegen mij zeggen."

"Ik zal het maar niet tegen haar zelf zeggen," grinnikte de kapitein. "Ze mocht er iets achter zoeken."

Ze zou hem onmiddellijk verleiden en nog wat extra's verdienen, dacht Jeremy maar hij deed haar onrecht aan met die gedachte. De hele avond week ze niet van zijn zijde en ze speelde haar rol voortreffelijk. "Die auto's," zuchtte ze terwijl ze aanschoven voor het diner. "Gek word ik ervan! Er gaat geen ochtend voorbij of ik word wakker en er ligt een carburator of een spruitstuk te drogen op het aanrecht. Onze hele garage ligt vol met stukken Citroën!"

De kapitein grinnikte. "Het lijkt erop dat hij meer interesse heeft in die wagen dan in u, mevrouw Mortiers."

"Dat gebeurt," verzekerde ze hem, "maar dan sleur ik hem aan zijn haren naar het echtelijk bed. Ik heb ook mijn rechten!"

Dat zorgde voor algemeen gelach, maar Jeremy voelde een steek in zijn hart. Voor Lilian, de echte Lilian, was seks een onoverkomelijk kwaad. Eén of twee keer per week maakte ze hem duidelijk dat ze haar plichten kende en ging gewillig op haar rug liggen: "Ik neem aan dat je vanavond wilt?"

Ze zaten aan aan het diner met de officieren en het eten was voortreffelijk. Gang na gang van het beste Griekse eten werd aangedragen en de drank vloeide rijkelijk. Jeremy raakte wat aangeschoten, maar Lilian weigerde om iets te drinken. "Met deze wagen laat hij me tenminste nog rijden. Ik rijd vanavond naar huis."

 

"Pap?" Haastig draaide Charlotte zich om. "Wat doe je hier?"

"Hoe gaat het met je?" vroeg Rob Biezal zacht. "Voel je je nog altijd niet goed?"

"Gaat wel." Ze trok de handdoek dichter om zich heen. "Ik ben net klaar met douchen en ik ga dadelijk naar bed."

"Weet ik. Ik wilde nog even kijken of alles goed met je is. Ik maak me zorgen, Charlotte."

"Dat is nergens voor nodig."

"Hoe gaat het met de vlekjes op je borst?"

"Goed, ze zijn al bijna weg en… Pa-hap!"

Biezal trok zijn hand terug. "Stel je niet aan. Ik ben je vader, Charlotte."

"Ja, maar…" Ze dook opzij toen hij zijn handen uitstrekte en schoot haastig in haar slippers. "Ik ga naar bed. Welterusten."

"Voel je je echt wel goed? Je ziet bleek."

Met ingehouden adem bleef ze staan terwijl zijn vingers over haar sleutelbeen dwaalden.

"De vlekjes zijn inderdaad bijna weg," zei hij zacht. "Ik heb echt geen idee wat het geweest kan zijn. En die plekken daar op je…"

"Ook weg, pap." Charlotte vluchtte achterwaarts de badkamer uit en snelde naar haar kamer.

 

Aan boord van de 'Thalassini Avra' heerst een ontspannen sfeer. Donkergekleurde bedienden liepen geruisloos heen en weer, vervingen drankjes en reikten hapjes aan.

Lilian, of zij die daar vanavond voor door moest gaan, zat ontspannen bij de Engineer en lachte om zijn grapjes. Ze had haar benen kuis elkaar geslagen en liet maar een klein gedeelte van haar dijen zien.

"Een opmerkelijke vrouw," zei kapitein Kalopteidos. "Zo vind je ze niet vaak meer. Ze is mooi, intelligent en heel vriendelijk. U mag blij zijn, Mister agent."

"Ben ik ook," zei Jeremy onmiddellijk. "Lilian is een vrouw uit duizenden." Deze Lilian, dan toch.

Een hofmeester fluisterde de kapitein iets in zijn oor en deze knikte. "Het gaat nog druk worden," zei hij vrolijk. "Je collega komt ons feestje opluisteren."

"Mijn collega?" Jeremy keek naar de deur. "Wie?"

Het was Herbert Hautling, die binnenkwam en rondkeek. Hij zag Jeremy en de kapitein en zijn ogen vlogen naar de namaak-Lilian.

Het meisje stond op. "Hey," zei ze met grote tegenwoordigheid van geest. "Ik wist niet dat je ook zou komen! Hoe gaat het met je?"

"Goed." Hij kuste haar hand. "Ik had je hier niet verwacht." Hij wendde zich tot de kapitein. "Spijt me," zei hij, "dat ik jullie feestje onderbreek maar ik moet Jeremy even spreken."

Hij trok Jeremy een eindje opzij. "Wat is dat?"

"Dat is een kennisje van mij."

Herbert trok zijn wenkbrauwen op. "Een kennisje? Dat is een prostituee, Jeremy. Een mooie prostituee, maar toch: een prostituee."

Jeremy leek verlegen met de situatie. "Luister," zei hij dringend, "je moet me steunen. Lilian wilde vanavond niet mee dus ik heb een kennis - die een prostituee is - gevraagd of ze vanavond de plek van Lilian wil innemen. Speel het spelletje mee, oké?"

"Tuurlijk, jongen. Jij moet zelf weten hoe je je huwelijksleven invult. Als jij liever met een prostituee op stap gaat dan met je eigen vrouw… Joh, ik zal het spelletje wel meespelen." Hij gaf Jeremy een klap op de schouder en liep met uitgestrekte armen naar de kapitein toe. "Mijn goede vriend," zei hij, "het spijt me dat ik eerst even iets moest regelen. En het spijt me," zei hij met een blik op Jeremy, "dat ik zomaar op jullie feestje kom binnenvallen."

Jeremy glimlachte zuur en dronk van zijn bier.

 

Het was al laat toen Jeremy en Lilian de gangway afliepen en zij hem in de wagen hielp. "Gaat het?"

"Tuurlijk wel. Weet jij hoe je met dit ding moet rijden?"

"Ik rij met alles wat wielen heeft," zei Lilian zelfverzekerd. "Zelfs met een Citroën."

Hij grinnikte en draaide zich half om zodat hij haar profiel kon bekijken terwijl zij reed. "Hoe vond je het vanavond?"

"Leuk! Ik heb niet vaak zulke klantjes."

"Nee, vast wel niet." Dat herinnerde hem eraan dat ze een prostituee was. Ze was hier vanavond alleen maar omdat hij er voor betaalde, maar toch had hij zich zo nu en dan eventjes de gelukkige echtgenoot van dit meisje gevoeld.

Zij was vrolijk en onbezorgd terwijl Lilian overal de zwarte kant van zag. Zij was jong en mooi terwijl Lilian…

Hij schudde het hoofd. Zij was een prostituee terwijl Lilian dat niet was. Dat mocht hij vooral niet uit het oog verliezen.

Maar toch kon hij het niet laten om naar haar welgevormde lichaam te kijken terwijl zij zelfverzekerd door de verregende nacht reed. "Zit je naar me te kijken?"

"Ja," zei hij plompverloren. "Mag dat niet?"

Ze haalde haar schouders op. "Je betaalt er tenslotte voor."

"Hè barst! Dat klinkt zo cru. Alsof ik een klant ben." Goedbeschouwd was hij dat ook.

"Sorry."

"Ach, laat maar. Het is zo."

Ze keek opzij. "Misschien zei ik wel sorry omdat het zo is. Ik ben een prostituee, Jeremy."

"Dat weet ik. Je hebt me vanavond uit de nood geholpen. Bedankt."

"Ik wordt ervoor betaald. Ik moet jou bedanken." Ze parkeerde de wagen en zette de motor af. "En nu?"

"Weet niet."

"Nog iets drinken? Misschien een hapje eten?"

"Eten? Nu? Het is midden in de nacht! Bovendien hebben we aan boord van de 'Thalassini Avra' gegeten."

Ze grinnikte. "Jij misschien, maar ik was zo zenuwachtig dat ik geen hap door mijn keel kon krijgen. Ik was als de dood dat ik het zou verzieken."

"Je hebt het goed gedaan," zei hij prijzend. Hij boog opzij en gaf haar een kus op haar wang.

Het voelde… goed. Vreemd, maar goed. Het was lang geleden dat hij een andere vrouw dan Lilian had gekust en op de één of andere manier was haar geur een deel gaan uitmaken van een kus. Die geur en de smaak van foundation of hoe die troep ook mocht heten.

Deze Lilian voelde anders, ze rook anders maar vooral het gevoel was anders. Hij wílde haar kussen.

In een opwelling nam hij haar gezicht en drukte haar wang tegen zijn lippen. Diep snoof hij haar geur op en sloot zijn ogen. "Je hebt het héél goed gedaan."

"Dank je wel." Zachtjes duwde ze hem van zich af. "Niet doen, Jeremy. Dat was niet de afspraak."

Dat was waar. Ze waren hier op basis van een afspraak. Zij was hier niet omdat ze dat zo graag wilde, maar omdat ze er voor werd betaald.

"Ik zou extra moeten vragen," fluisterde ze. "En dat wil ik niet." Met haar schouder duwde ze het portier open en liep door de regen naar het Hilton.

 

"Zo…" Herbert Hautling trok de barkruk naast die van hem naar achteren. "Zo komen wij elkaar nog eens tegen. Hoe is het met mijn favoriete meisje?"

"Begin niet, Hautling. Ik heb geen behoefte aan dat gezeik van jou." Ze stak een sigaret op. "Waar is Dominique?"

"Je was goed," zei hij onverstoorbaar, "daar aan boord van de ‘Thalassini'. Net echt."

Ze haalde haar schouders op. "Het was niet moeilijk. Jeremy is een aardige vent."

"Hij is áárdig? Meisje toch, wat ben jij naïef."

"Hij behandelt me met respect en dat kan ik niet van veel mannen zeggen."

"Het kan mij geen moer schelen hoe jij over Jeremy denkt. Het gaat er om wat die ouwe van de 'Thalassini Avra' denkt. En hij denkt, lieve Shana, dat jij Jeremy's vrouw bent."

"En wat dan nog? Ik zal hem niet meer terugzien."

"Dat denk ik ook niet," zei Herbert luchtig. "De omgang met kapiteins van zeeschepen is veel te hoog gegrepen voor jou. Jij bent een omlaag gevallen prostituee, vergeet dat niet."

"Jij helpt me wel om het niet te vergeten. Dus," ging ze door, "waarom is het dan zo leuk dat die kapitein denkt dat ik de vrouw van Jeremy ben?"

"Omdat de Engineer jou ook heel interessant vond. Hij zei, en ik citeer: ‘wat een lekker vrouwtje. Daar kun je beter mee in bed liggen dan met veertig graden koorts’. Poëtisch, nietwaar?" Hij blies de rook van z’n sigaret naar het plafond. "Waar is je shawl?" vroeg hij ineens.

"Watte?"

"Je shawl. Die heb je aan boord laten liggen," zei hij verwijtend. "Wat dom!"

Ze voelde aan haar hals. "Ach, het was toch een waardeloos ding. Ik hoef hem niet terug."

"Dat hoef je wel, Shana. Donderdagavond ga je terug naar de 'Thalassini Avra' om je shawl terug te halen. Ik zal er ook zijn en je drinkt nog iets met ons. En dan, lieve Shana, eindig je in de kamer met de Engineer. We zouden toch niet willen dat de goeie man koorts zou krijgen, nietwaar?"

"Dat kan ik niet doen," zei Shana geschrokken. "Hij denkt dat ik Jeremy's vrouw ben!"

"Yep. Een vrouw met eh… zin voor avontuur, zullen we maar zeggen. Een vrouw die het niet zo nauw neemt met de echtelijke trouw. Ach, kom Shana. Voor een prostituee als jij zijn zulke dingen toch dagelijkse kost. Ik zal je goed betalen en iedereen is tevreden."

"Oh nee," zei Shana vastbesloten, "ik ga niet werken aan boord van die boot."

"Dat ga je wel en het is een schip."

Shana wipte van haar kruk en liep naar de deur. "Vergeet het Hautling," zei ze over haar schouder. "Ik doe niet mee met jouw spelletjes. Zoek maar iemand anders."

Herbert haalde zijn schouders op. "Rond een uur of acht zou prima zijn. Wees op tijd, Shana. Ik ben een man van de klok." Hij keek het meisje niet na en nam het tweede glas gin.


Goed, het begin is er. Er staat van alles te gebeuren met onze hoofdpersonen, maar de vraag is natuurlijk wat er gaat gebeuren. Dat is aan jou. Ik ga het vervolg schrijven en jij kunt daar aan meedenken. Met onderstaand formulier kun je bepalen waar onze hoofdpersonen naartoe gaan.

Doe het snel want op 6 maart verschijnt het vervolg!